Onderweg en weer terug

Het lint bij de start is kapot, de motor draait en we zijn onderweg! Althans dat dachten we..

Zo'n 250 kilometer verder in Duitsland werd het tijd om te tanken. Na getankt te hebben reden we verder. Tank vol, niets aan de hand en doorrijden geblazen. Maar een klein rood lampje zoog onze aandacht van het wegdek naar het dashboard. Het rode oliedruklampje bleef maar branden. Dan maar even eten en hopen dat de motor wat afkoelt. Maar nee, ook dit bood geen soelaas. Toen we de auto weer startten en wegreden brandde het lampje nog steeds. Dit was niet het enige. De motor ging zwaarder lopen, verloor toeren en maakte een hoop geluid.

Snel namen we de eerste afslag, stopte bij een wegrestaurant en opende de motorkap. Na het verwijderen van het kleppendeksel werd al snel duidelijk wat er aan de hand was. De motorolie zat vol met ijzer waardoor de motor totaal was vastgelopen. Kapot dus. We belden de sleepdienst en kochten een enkele reis Erichem.

Na opgehaald te zijn arriveerden we laat in de avond thuis. Gelukkig was het al bijna donker wat we wilden natuurlijk niet dat iemand ons in deze toestand zou aantreffen. Het nachtwerk kon beginnen. We besloten om de motor uit mijn eigen eend, niet de pekingeend dus, in de pekingeend te bouwen zodat we de volgende dag konden beginnen aan poging twee. Om één uur ’s nachts was het zover: de pekingeend was er weer klaar voor. Of toch niet? Bij het starten van de motor hoorde we iets vreemds. Er zat een soort tik in de motor. Tikken zijn niet goed en leiden vaak tot ellende en op den duur een kapote motor. Shit. 

Na een heel kort nachtje zijn we overgegaan op plan B. Plan B bestond eigenlijk niet maar we hadden bedacht dat we een andere motor gingen kopen om die in de pekingeend te monteren. Na weer een lange dag werken zat hij erin. Hij loopt goed en rijdt goed. Nu hopen dat deze het wel volhoudt.


Vandaag (zondag 12 augustus) zijn we vetrokken. Opnieuw. Nu écht!

Groeten uit Oostenrijk.